Léonie Dieleman vertrok in 1997 vanaf de Zeeuwse kust naar Brazilië, waar ze in Rio de Janeiro werkte met kinderen en jeugd in de favella’s. In 2005 volgde een uitzending naar het eveneens Portugees-talige Mozambique in Afrika. In de havenstad Beira zette ze samen met locale mensen een tienerprogramma op, dat ze ruim twaalf jaar draaide op publieke scholen. Uit dit tienerprogramma ‘Er is niemand zoals jij’ groeide een train-de-trainer cursus voor volwassenen die eveneens met adolescenten werken. Inmiddels is dit programma beschikbaar in het Engels en het Portugees.
In 2018 had Léonie een sabbatical en kwam tijdelijk in Veere te wonen, waar ze besloot lid te worden van de PKN ter plaatse. Inmiddels is ze terug in Mozambique. Deze keer op het platteland, waar ze in één van de locale bantoe-talen betrokken is bij alfabetiseringswerk.
Hieronder kunt u haar meest recente nieuwsbrief lezen.
Meer informatie en nieuwsbrieven zijn te vinden op de website: www.leoniedieleman.wordpress.com.
Nieuwsbrief April 2023
Maart 2023
Beste gemeente,
Zomaar een berichtje uit Mozambique:
Sommige onderwerpen bespreek je in Afrika niet recht-voor-z’n-raap en daarom schreef ik alweer heel wat jaren geleden een verhaal met de titel ‘Dromen van applaus’. Aanleiding was de wijze van collecteren hier . Om beurten kwam men naar voren om de tienden te geven. Hardop noemde een diaken de naam van de kerkganger én wat er gegeven werd. Hoe hoger het bedrag, hoe harder er werd geklapt.. Sommigen lieten zich daar graag op aanzien - niets menselijks is ons vreemd - . Anderen daarentegen oogstten een mager applaus. Ik zag het ongemak onder degenen die niet (zoveel) konden geven en herinnerde me ook dat je linkerhand eigenlijk niet zou moet weten wat je rechter- doet.
Aansluitend bij de Afrikaanse cultuur maakte ik er een verhaal van, waarin dieren de hoofdrol spelen. Eigenlijk half voor de grap stuurde ik het naar uitgeverij de Banier, die in 2018 mijn boekje ‘De vrouw die zeven koeien waard was’ heeft uitgegeven.
Tot mijn verbazing en plezier is er nu een prentenboekje van gemaakt voor kinderen vanaf 5-6 jaar met prachtige illustraties van Hester Nijhoff! Misschien leuk voor uw (achter-)kleinkinderen? Het is bij iedere boekhandel te bestellen.
Zie de flyer hieronder!
Een hartelijke groet,
Léonie Dieleman
Nieuwsbrief van Léonie, december 2022
Spaghetti met kaas – goed van smaak -
Het was heet in Mozambique, héél heet. M’n haar hing dan ook in spaghettisliertjes om m’n hoofd. Het was mangotijd en omdat ik een mangoboom in de tuin heb, stonden er vaak kinderen aan het hek om te vragen of ze mango’s mochten plukken. Mango’s zijn voor hen, wat pruimen voor mij zijn; daar kun je niet genoeg van krijgen! Toen er echter op een morgen een meisje aan m’n hek stond om te vragen of ze káás uit de boom mocht plukken, dacht ik heus dat de warmte ook m’n gehoor had aangetast. Terwijl ik haar met grote ogen aankeek en herhaalde ‘káás??’ dacht ik aan het stukje kaas dat ik in de koelkast achter had moeten laten aan de vooravond van m’n vertrek..
Eind oktober had ik de deur van m’n Tiny House achter me dichtgetrokken. Ik keek nog een keer naar de levensboom, die zo mooi in mijn deur verwerkt is. Aan een tijd van zwerven door Nederland was een einde gekomen. Eindelijk een eigen plekje in de vorm van een vakkundig gebouwd huisje, afgewerkt door vaardige en creatieve handen van vrienden en familie.. Wat daarentegen niet veranderd was, was het spelletje ‘ik ga op reis en neem mee..’ dat ik traditiegetrouw speel daags voor vertrek naar Afrika. In omgekeerde volgorde dan wel te verstaan; ‘ik ga op reis en ik laat achter..’ Zoals altijd had ik te veel kilo’s verzameld en zo stond ik op het laatst nog met een pond koffie in m’n ene en een pond kaas in m’n andere hand. Ik koos voor de koffie. Uiteindelijk gaven de wijzers van de weegschaal het juiste gewicht aan en stond mijn 2x23 kilo bagage op het terras klaar voor vertrek.
De 1e bestemming van de reis was Zimbabwe. Opnieuw zou ik daar een train-de-trainer programma draaien. In mijn koffer zaten dan ook de nodige trainingsmaterialen, waaronder een aantal prentenboeken van Max Lucado. Honderden keren heb ik deze verhalen al verteld en ze blijven mij aanspreken, alsook het publiek. Punchinello - zoals de hoofdpersoon in het Engels heet - is een klein houten mannetje. Hij worstelt met eigenwaarde, zelfrespect, afwijzing en soms ook het hebben van kapsones. Met zijn Houtsnijder heeft hij ontroerende ontmoetingen, die life-changing zijn. Daarnaast had ik het Jengaspel meegenomen. Jenga is de gebiedende wijs van het Swahili-woord voor bouwen. In combinatie met een verhaal van Punchinello gebruikten we het spel bij het onderwerp identiteit.
Wat zijn bouwstenen waar jongeren hun identiteit op bouwen, hun zelfwaarde uit halen? De Zimbabwanen die deelnamen aan de training gaven als antwoorden: mode, geld, positie, schoonheid, het hebben van een titel of een graad. (Het lijkt Nederland wel..). Op de onderste bouwstenen schreven we deze woorden en vervolgens speelden we het spel. Uiteraard viel de toren uiteindelijk om, dus vroegen we ons af: Wat geeft jongeren een beter houvast?
Tijdens de training oefenen de deelnemers met het geven van de lessen aan elkaar. Vervolgens hebben we een feedback moment; wat ging goed en wat kan beter? In een schaamtecultuur kan dat laatste best even lastig zijn, want je zet iemand niet te schande door hem openlijk te bekritiseren.
Maar al snel kwam een deelnemer op het briljante idee om een les met een maaltijd te vergelijken en zo ontstond spontaan een feedback taal, waarbij iedereen zich veilig en gerespecteerd voelde: Goed van smaak stond voor een boeiende les, of moesten er toch nog wat kruiden bij? Op het juiste moment van het vuur gehaald stond voor niet te lang doorgaan; als je je punt gemaakt hebt, stoppen! Is het eten opgediend of niet, stond ervoor of de lesstof wel/niet toegepast was naar het dagelijks leven van de toehoorder. Veel in Afrika draait om het bereiden van eten dus dit ging erin als zoete koek!
Aan het einde van de training krijgen de deelnemers het handboek met alle lessen mee. Hierin staan ook de prachtige illustraties bij de verhalen van Punchinello, waarvoor ik toestemming kreeg van de Amerikaanse uitgever! Deze mensen gaan vervolgens in kleine groepjes zelf op pad. Vaak intrinsiek gemotiveerd omdat de lessen allereerst iets met henzelf gedaan hebben. Zo ging ik kijken bij de lessen die de deelnemers van de februari-training inmiddels zelf geven, op scholen en in de community aan kraalhoofden en kerkleiders, maar ook in het ziekenhuis aan zwangere vrouwen en aan met Aids besmette tieners. Ik was diep onder de indruk. Verschillende volwassenen zeiden: “Waarom wisten we deze dingen niet eerder?”
M’n volgende bestemming was Mozambique, waar ik me een maand met de stamtaal, het Sena, zou bezighouden. M’n koffers werden hoofds-persoonlijk naar mijn huisje gebracht en al snel bewoog ik me weer met vreugde in de levende taalschool. Ik verzamelde nieuwe woorden en materialen voor nog meer leesboekjes in de Sena-taal, maar ik realiseerde me ook dat ik wel wat woordjes weet en eenvoudige zinnetjes kan maken, maar dat het verstáán van die vaak razendsnel uitgesproken zinnen nog een heel ding is..
Ik voelde me - net als Punchinello - dom en onzeker, steeds meer gespannen en dat tastte ook mijn taalvaardigheid aan. De mensen bleven echter vriendelijk lachen, terwijl ik mezelf aan m’n haren uit dit taalmoeras probeerde omhoog te trekken.. Wat me op zulke momenten helpt, is naar een relativerend praatje van bijvoorbeeld de Belgische psychiater Dirk de Wachter te luisteren of naar een inspirerende boodschap van wijlen Jonathan Sacks. Naast het uiteraard zelf als een Punchinello de Houtsnijder op te zoeken in Zijn werkplaats.
De mango’s waren inmiddels bijna allemaal geplukt. De kaasboom bleek een Kasjoeboom te zijn - en de heerlijke geur van die appel deed me even in gedachten afreizen naar Brazilië; dáár rook ik deze voor het eerst.
Brazilië; dat waren altijd 2 koffers van 36 kilo.. Dát waren nog eens tijden! - De boom mocht dan kaalgeplukt zijn, maar ik plukte aan de vooravond van mijn vertrek naar Zuid-Afrika -waar ik lessen zou geven op een zomerkamp voor township kinderen - nog steeds aan mijn spaghettisliertjes-kapsel. Last-minute vond ik de beste kapster ooit. Als er een kappers award bestaat, wordt zíj door mij genomineerd! Toen ik met nog natte haren naar buiten kwam, vroeg een Mozambikaanse, of ze de op de grond gevallen plukjes mocht kopen 😊 zodat ze deze met kerst in haar haar kon steken.
Ik verstónd haar zowaar, wat een opsteker! Dat mensen met engelenhaar de kerstboom optuigen is bekend. Dat Mozambikanen met kerst spaghetti eten als extraatje, dat wist ik, maar dat ze het ook in hun háár willen steken, was nieuw voor mij. Ik vroeg me af wie er nu meer last van de hitte had, zij of ik? Hoe dan ook, op dat moment lagen we dubbel van het lachen en dat doet een mens goed!
Inmiddels is het zomerkamp begonnen. Ik leerde een paar woordjes in het Isixhosa om de verhalen van Lucado kracht bij te zetten voor de kinderen hier, net als ik in Zimbabwe de woorden in het Ndebele had geleerd. De mensen waarderen dat enorm.. Eind volgende week hoop ik naar Nederland te vliegen en waarschijnlijk tot ergens in februari daar* te blijven. Mij lijkt het fijn om weer Zeeuws te horen, na een jaar van ‘zwerven’ door Afrika. Op het uithangbordje bij mijn huisje op wielen staat: ‘zelfs vindt de mus een huis, o Heer’! En laat daar nu ook nog een stukje overheerlijke oude kaas in de koelkast liggen..
Groet, Léonie
Noordweg 54, 4356 ED Oostkapelle
Nieuwsbrief van Léonie, september 2022
Blij dat ik rij..
Sinds kort zoef ik over de Afrikaanse zandpaadjes in Lamego en naar de omringende dorpjes op een heuse opoefiets! Tweedehands fietsen worden uit Denemarken in onderdelen naar Mozambique vervoerd, in elkaar gezet en verkocht. En laat ik nu tussen die fietsen een héérlijk rijdende opoefiets vinden! Inmiddels aangekleed met een uit Nederland meegebrachte bloemenslinger en fietstassen.. Het is wel enigszins opmerkelijk dat ik de laatste tijd steeds vaker ‘vovó’ (oma) word genoemd. Of dat óók verband houdt met die opoefiets?😊 Daarnaast stond ik vorige week in een ellenlange rij bij de bank, toen er een beambte naar me toe kwam en zei: ‘gezien uw leeftijd mag u vóóraan plaatsnemen’. Ik lag dubbel en heb vriendelijk bedankt. Even was het verleidelijk van het aanbod gebruik te maken, maar ik vind het niet gepast wanneer een blanke een rij Afrikanen passeert.
Soms oogst je wat je niet gezaaid hebt en zo ging ik een paar keer mee met Adelia en João om rijst te snijden. In een nabijgelegen water had João de avond ervoor een zelfgevlochten rieten vismand gelegd en tussen de middag werden een paar van die zo 13 gevangen visjes op een vuurtje geroosterd. Ondanks dat ik niet van vis houd, zijn dit gouden-geniet-momenten, die ook nog goed zijn voor het leren van de lokale taal, het Sena.
Het omgekeerde komt ook voor: Je oogst niet altijd dat wat je hebt gezaaid. Soms zaai je ook niet eens zo héél veel, maar ben je op het juiste moment op de juiste plek en heb je de juiste mogelijkheden: Ik was in Beira en mijn vroegere buurvrouw Rosa was al anderhalf jaar ziek. Zíj was het die, nadat er bij mij ingebroken was, een deel van de buit geweigerd had omdat ze aanvoelde dat het geen ‘kosjer’ geld was. Zíj was het ook die haar zuinig verzamelde spaarcenten om golfplaten te kunnen kopen, gebruikte om haar oudste zoon uit de gevangenis los te kopen. Zíj was het die met een pasgeboren kleinkind op schoot tegen mij zei: ‘een nieuwgeboren straatvegertje’, wijzend op zijn toekomst en haar beroep. Ik schreef over haar in m’n boekje ‘de vrouw die zeven koeien waard was’. Rosa, erg gefrustreerd, was als forse vrouw inmiddels de helft in omvang verminderd. Ze zei: ‘Ik wilde dat ik AIDS had, dan krijg je tenminste medicijnen om aan te komen; maar ik test telkens negatief’ (..). Ze was naar 3 verschillende ziekenhuizen geweest, maar nog steeds wist ze niet wat ze mankeerde.
Ondertussen was ik in de stad gesignaleerd door Manuel, een afgestudeerd arts, die inmiddels een hoge positie bekleedt binnen de gezondheidszorg van de provincie. Hij had een appje gestuurd naar een vroegere collega in Amerika: ‘Kan het dat ik Léonie gezien heb in Beira?’ Daar werd bevestigend op geantwoord. Ondertussen waren daar in die zeecontainer bij Rosa ook míjn gedachten naar deze Manuel uitgegaan. Misschien zou híj kunnen helpen, maar hoe kwam ik aan zijn telefoonnummer? Manuel had jaren terug zijn middelbare school afgerond en wilde graag medicijnen gaan studeren. Zijn familie had hiervoor geen geld. Ik hoorde ervan en had nog een studiebeurs beschikbaar, maar het was eigenlijk te laat om alles nog voor de inschrijving rond te krijgen. Toch heb ik die dag de benen van onder m’n lijf gefietst - op een ander 2e hands rijwiel - en het lukte om Manuel alsnog in te schrijven! Nu had ik deze Manuel nodig voor mijn buurvrouw.. Via via kreeg ik z’n telefoonnummer en zo gingen we samen naar Rosa. Manuel zag direkt op de medische papieren dat ze suikerziekte had en de volgende dag kreeg ze in het ziekenhuis een - voor Mozambicaanse begrippen - VIP-behandeling. De medicijnen die ze nodig had, werden door dokter Manuel voor haar gekocht! Rosa was zéér verbouwereerd en zei: ‘Dit heb ik nog nóóit meegemaakt, dat een dokter medicijnen gaat kopen voor een patient!’
Niet zo heel veel later kwam ik in Lamego een vrouw tegen met oogproblemen. Ze vertelde van een arts die haar aan zíjn arm naar de bus had gebracht en oogdruppels voor haar had gekocht. Ik dacht: ‘Wat heb ik nu aan m’n fiets hangen?’ En ja hoor, het bleek dezelfde Manuel te zijn! Als u Mozambique een beetje kent, zou u weten dat dit zéér, zéér maar dan ook zéér uitzonderlijk is, maar het bestaat dus!
De laatste keer dat ik in Nederland was, werd me gevraagd hoe een dag er hier uitziet. Wel, dat is heel verschillend; de ene keer staat er een les op de lerarenopleiding gepland, dan weer loop ik diverse keren op een dag naar de apotheek om medicijnen voor mensen te halen. Soms komen er buurtkinderen die graag beter willen leren lezen. Dan weer spurt ik naar de bakker om te kijken of er warm versgebakken brood is uit de houtoven en koop gelijk bananen. Of ik spring op de fiets met een stuk suikerriet in m’n fietstas naar één van de alfabetiseringsklassen. Het is de tijd van de suikerriet-oogst; mega lange stengels. Die worden voor consumptie eerst in kleinere stukjes gesneden. Een geweldig hulpmiddel om te gebruiken bij het leren dat een lang woord ook ‘ge-sne-den’ moet worden in verschillende stukjes.
Soms ga ik met een stoeltje bij de markt zitten om Senataal te horen en ik krabbel sowieso onderweg vaak nieuwe woorden op. Net voor het donker loop ik regelmatig een paar kilometer hard en een enkele keer loop ik ’s avonds onder een prachtige sterrenhemel nog even naar één van de hutjes waar mensen op een houtsvuurtje aan het koken zijn. De avonden duren soms lang, omdat er niets te doen is en er geen verlichting buiten is. Door de stoffige omgeving heb ik veel last van m’n ogen. Ik ben echter zéér verwonderd en dankbaar hoe m’n weg teruggeleid is naar het platteland in Mozambique. Jaren geleden was ik hier ook af en toe en heb ik destijds geïnvesteerd in de taal, de kultuur en de mensen. Het is zéér geriefelijk om in plaats van helemaal ‘from scratch’ te moeten beginnen, op een soort bewerkte grond terug te komen. Dat zoeft, ondanks dat ik blijkbaar op leeftijd begin te komen, heel speciaal op een 2e hands fiets.
Groet, Léonie
Nieuwsbrief van Léonie, juni 2022
Copyright © All Rights Reserved